De betekenis van corona
Wat is de betekenis van het coronavirus? Het lijkt alsof je vraagt: wat voor zin hebben wespen? Of: hoe zinvol zijn vliegtuigrampen? In eerste instantie lijken het domme vragen, waarop maar een antwoord mogelijk is: deze dingen zijn volkomen zinloos, destructief en moeten worden gezien als bijzonder ongewenste bijproducten van het leven op aarde.
In tweede instantie zie je dat sommige mensen toch een zin aan negatieve gebeurtenissen proberen te geven: corona is goed voor het klimaat, want we reizen veel minder; corona verbindt de mensen want we zitten allemaal in hetzelfde schuitje, etc. Dit soort uitingen zijn misschien wel enigszins een houvast voor degene die het argument gebruikt, maar zeker niet voor alle mensen. Sommigen zullen erop wijzen dat er al weer veel meer gereisd wordt en dat de impact op het klimaat sowieso erg minimaal was, want het brandt immers nog altijd in Siberië en de opwarming van de aarde gaat gewoon door. Met de verbroedering van de mensheid valt het ook wel tegen, gezien het egocentrische beleid van de meeste landen ten opzicht van het vooruit bestellen van vaccins voor eigen volk en het stellen van voorwaarden aan subsidies aan andere landen.
In derde instantie zijn er dan gelukkig mensen die soms toch een breed toepasbare duiding aan de coronacrisis geven. Bijvoorbeeld prof.dr. Mia Leijssen, emeritus hoogleraar Klinische Psychologie en Psychotherapie aan de Katholieke Universiteit te Leuven, die zegt:
‘Zo is er nu van alles te doen om de betekenis van dat coronavirus, maar het virus is wat het is. Het gaat erom welke betekenis wij er zelf aan geven door stil te staan bij vragen als ‘wat kan ik hieruit leren over mezelf?’of: ‘wat kan ik hieruit leren over hoe de samenleving in elkaar zit?’ Pas daaruit ontstaat een betekenis en kan deze crisis een zinvolle gebeurtenis worden.’
En ze formuleert het nog wat concreter, zodat we er meteen mee aan de slag kunnen: ‘Deze tijd nodigt ons uit om onszelf eens beter te leren kennen. ‘Wat kom ik tegen, wat vind ik lastig en waar geniet ik eigenlijk van?’